Terug
Quadrofonie geschiedenis en
technische informatie
Hier een overzicht van een aantal Quadro systemen
die in de jaren '70 op de markt zijn geweest. We zullen proberen kort in te gaan
op de techniek van de systemen, de kwaliteit, en hoelang ze op de markt zijn
geweest.
Let wel, de systemen waren onderling niet
uitwisselbaar, dus het was zaak om goed te bedenken voor welk quadro systeem je
uiteindelijk zou gaan bij aankoop in de winkel, want eenmaal gekocht was je
verplicht om met dat systeem te blijven werken.
De systemen:
- Het Matrix systeem:
Het eerste serieuze quadro systeem. Ontwikkeld door de USA en door Japan, en
is begin jaren 1970 op de markt gezet. Vanaf 1971 is het systeem ook in
Europa leverbaar geweest. De kwaliteit was redelijk tot goed te noemen, al
ontbrak de echte ruimtelijkheid.
De matrix systemen kunnen we onderverdelen in 2 andere systemen, los van
elkaar ontwikkeld.
(SQ) Surround Quadro
Dit systeem is ontwikkeld door het platenlabel CBS (Columbia Broadcasting
System), een bedrijf dat oorspronkelijk uit Amerika komt (1928), en
zich vanuit het verleden vooral heeft ingezet voor radio en televisie, en
door Sony. Dit was in 1972.
Het systeem werkte als volgt. Een aparte, voor deze technologie ontwikkelde,
SQ plaat waar informatie voor 2 kanalen opgeperst werd, werd aangesloten op
een speciale omzetter (demodulator), die de muziek een extra ruimtelijk
effect gaf. De demodulator had een bereik van 20 Hz. - 20 Khz.
(QS) Quadro Surround
Dit systeem is ontwikkeld door Sansui, die er in 1971 patent op
aanvroeg. Het was dus een jaar eerder dan het hierboven genoemde Surround
Quadro.
Het systeem werkte hetzelfde, met als enigste verschil dat je geen
demodulator nodig had. De informatie voor de ruimtelijkheid werd direct op
de plaat gezet.
Later is deze variant van Quadro overgegaan in het bekende Dolby Surround
systeem.
- Grote tegenhanger van het Matrix systeem was
het CD 4 Systeem:
Dit systeem is in 1971 ontwikkeld door JVC, NIVICO en het platenlabel RCA
(Radio Corporation of America).
Technisch gezien was dit een totaal ander, en ook veel beter systeem. Speciaal hiervoor heeft JVC het Super
Vinyl ontwikkeld (een nieuwe manier van platen snijden).
Via een draaggolf signaal, toegevoegd in het signaal werden de achterkanalen
in een hogere frequentie tot 40 Khz meegesneden in het lagere audiosignaal
SAMEN in de 2 groeven.
Ook bij dit systeem
werd der ruimtelijkheid optimaal verkregen door een (CD 4) demodulator.
Deze demodulator had een bereik van 20 Hz. - 50 Khz.
Verder had je een speciale CD 4 naald nodig, de Shibata naald, deze had een
bereik tot 100.000 Ohm. (ter vergelijking: een gewone stereo naald
haalt maximaal 47.000 Ohm).
De speciaal voor dit doel gemaakte CD 4 platen moesten ook met de Shibata CD
4 naald gedraaid worden, omdat ze anders kapot gingen (met een gewone naald,
die puntiger is dan een CD-4 naald,
zou de informatie van de meegesneden achterkanalen blijvend beschadigd worden).
Op
deze
pagina staat zowel van het SQ zowel als van het CD4 systeem een schematisch
overzicht "van bron tot doel" met nog wat meer informatie waarom het SQ systeem
niet dezelfde resultaten haalde als het CD4 systeem.
Dan is er nog een Quadro systeem geweest, dat
alleen in Japan is ontwikkeld en gebruikt. Dit systeem is een afgeleid synoniem
van een systeem dat is ontwikkeld door de Amerikaanse professor Cooper. Welk
systeem hij heeft ontwikkeld, is (op dit moment) helaas niet bekend.
We spreken hier over het UMX (Universal Matrix System),
ontwikkeld in samenwerking met Nippon en Columbia (handelsmerk Denon).
Het UMX systeem was van nog betere kwaliteit dan het CD 4 systeem.
Uiteindelijk is heeft mooi uitgedachte en
kwalitatief goed klinkende systeem een roemloos einde gevonden.
De oorzaken:
- Er waren teveel
verschillende systemen.
- De apparatuur was veel te
duur (alles wordt apart worden aangeschaft)
- Je moest speciale Quadro
LP's gaan kopen (ook deze waren veel duurder dan de gewone platen).